Een van de redenen waardoor ik mijn werk nog zo lang kon volhouden, is dat mijn hartsvriend mij naar de beurs reed. Hij voerde ook de gesprekken met de vertegenwoordigers zodat ik mij kon concentreren op de inkoop. Praten en inkopen tegelijk ging allang niet meer. Ook liet hij vaak mijn hond uit zodat ik niet na een lange werkdag nog een stuk hoefde te lopen.
Zijn gezondheid liet het echter ook afweten, bijna tegelijk met die van mij.
Steeds vaker moest ik het laatste stuk zelf terugrijden vanaf de beurs naar huis.
Hij was dan te moe en afwezig.
Op de beurs zag ik dat hij dikwijls verstrooid reageerde, weinig zei, of iets aparts.
Hij trok zich steeds verder terug uit het sociale leven, ongewoon voor iemand die gedurende zijn hele leven sociaal juist erg actief was.
Ik vreesde dat hij bezig was Alzheimer te krijgen, net als zijn moeder en een van zijn broers.
Hij kreeg ook allerlei klachten. Zijn COPD verergerde, hij had het vaak erg benauwd en zijn hart verslechterde; jaren eerder was bij hem een hartritmestoornis geconstateerd.
Onderweg naar mijn winkel zat ik naast hem in de auto toen hij gas terugnam en zei: 'Ik zie niks meer. Zeg me waar ik de auto aan de kant kan zetten.'
Ik schrok enorm, dacht aan een beroerte, dirigeerde hem naar de berm onder een straatlamp en keek naar zijn gezicht. Zijn mond was normaal en hij praatte gewoon. Ik vroeg: 'Heb je ergens pijn?' Nee, hij had geen pijn. Wel had hij onder het rijden erg veel last gehad van de koplampen van tegenliggers. Dat had hij vaker de laatste tijd, zei hij.
Zijn zicht kwam al snel terug en hij vroeg zich af of het wel echt was weggeweest. Het ging allemaal zo vlug. Hij twijfelde.
Het kwam vast door een tegenligger, daar hield hij het op, en reed weer door. Ik zat niet zo lekker meer naast hem.
De opheffingsuitverkoop liep ten einde en samen met mijn vrienden ging ik een paar dagen op vakantie in Limburg. Mijn B12 ampullen en toebehoren nam ik mee. Het ging naar omstandigheden goed. Ik had nog wel pijn in mijn benen en heupen maar ik bleef helder en had meer energie. Alleen leek het alsof ik zandkorrels in mijn ogen had en ik kreeg eczeem en rode bultjes die enorm jeukten. Ook mijn hartkloppingen namen toe.
Het zal de stress zijn, dacht ik.
Op 1 oktober was het dan echt afgelopen. Ik schreef me uit bij de Kamer van Koophandel. Dat was slikken. Ik had nog graag een paar jaar door willen gaan met mijn winkel. Tegelijk voelde ik opluchting. De laatste jaren waren zwaar geweest.
Ik kreeg een IOAZ uitkering. Omdat die te laag is om van rond te komen, vroeg ik bij de
gemeente een woonkostentoeslag aan. Voor huurders is er een huurtoeslag bij een ontoereikend inkomen, voor huiseigenaren is dat een woonkostentoeslag.
Ik liep in het bos, het regende en het was er donker.
De medewerkster van de Sociale Dienst belde. Ze zei tegen mij dat mijn woonkosten net iets te hoog waren. Ik kon tijdelijk een woonkostentoeslag krijgen maar ik moest wel mijn huis te koop zetten.
'Het is een beetje zuur,' zei ze, 'want het gaat in jouw geval slechts om een paar euro. Maar zo zijn de regels nu eenmaal. Omdat er nog steeds een kredietcrisis heerst, krijg je twee jaar de tijd om je huis te verkopen in plaats van een jaar.'
Het was alsof ik door de grond zakte.
Ik was net mijn zaak kwijt, niet gezond, en moest nu ook nog mijn huis verkopen?
Saillant detail: op internet las ik dat in een andere gemeente ambtenaren vanwege de crisis werd opgedragen terughoudend te zijn met het toepassen van die regel.
Met financiële hulp van derden werd dit voorkomen.
Op internet struinde ik nog wel eens rond op de site van Henk de Jong voor meer informatie over een B12 tekort. Ik las er ook dat gezichtsvelduitval een van de klachten kon zijn.
Mijn maatje zou toch niet ook …? Nee, dat leek me toch echt te toevallig.
Omdat ik zelf de B12 injecteerde zat ik niet meer vast aan de huisarts. Maar ik moest nog wel ampullen zien te krijgen wanneer zij ze niet voorschreef.
Dat probleem loste zich op toen bleek dat de orthomoleculaire geneeskundige zijn patiënten ook B12-injecties gaf. Omdat ik in staat was zelf te injecteren vond hij het geen probleem om mij de ampullen te verstrekken. Hij gebruikte hoog gedoseerde B12 en schamperde dat de reguliere geneeskunde veel te moeilijk deed over de B12. Je kunt niet overdoseren, zei hij, een teveel plas je gewoon uit.
Omdat hij een ander merk gebruikte dan de huisarts, werd de eerste injectie in zijn praktijk gegeven vanwege een klein risico op een anafylactische shock.
Ik had mijn B12 veilig gesteld. Nooit zou ik me weer zo ellendig hoeven te voelen.
Ik was er nog lang niet, maar nu zou alle goed komen, toch?
-o-o-o-o-o-o-o-o-
wordt vervolgd)
Zijn gezondheid liet het echter ook afweten, bijna tegelijk met die van mij.
Steeds vaker moest ik het laatste stuk zelf terugrijden vanaf de beurs naar huis.
Hij was dan te moe en afwezig.
Op de beurs zag ik dat hij dikwijls verstrooid reageerde, weinig zei, of iets aparts.
Hij trok zich steeds verder terug uit het sociale leven, ongewoon voor iemand die gedurende zijn hele leven sociaal juist erg actief was.
Ik vreesde dat hij bezig was Alzheimer te krijgen, net als zijn moeder en een van zijn broers.
Hij kreeg ook allerlei klachten. Zijn COPD verergerde, hij had het vaak erg benauwd en zijn hart verslechterde; jaren eerder was bij hem een hartritmestoornis geconstateerd.
Onderweg naar mijn winkel zat ik naast hem in de auto toen hij gas terugnam en zei: 'Ik zie niks meer. Zeg me waar ik de auto aan de kant kan zetten.'
Ik schrok enorm, dacht aan een beroerte, dirigeerde hem naar de berm onder een straatlamp en keek naar zijn gezicht. Zijn mond was normaal en hij praatte gewoon. Ik vroeg: 'Heb je ergens pijn?' Nee, hij had geen pijn. Wel had hij onder het rijden erg veel last gehad van de koplampen van tegenliggers. Dat had hij vaker de laatste tijd, zei hij.
Zijn zicht kwam al snel terug en hij vroeg zich af of het wel echt was weggeweest. Het ging allemaal zo vlug. Hij twijfelde.
Het kwam vast door een tegenligger, daar hield hij het op, en reed weer door. Ik zat niet zo lekker meer naast hem.
De opheffingsuitverkoop liep ten einde en samen met mijn vrienden ging ik een paar dagen op vakantie in Limburg. Mijn B12 ampullen en toebehoren nam ik mee. Het ging naar omstandigheden goed. Ik had nog wel pijn in mijn benen en heupen maar ik bleef helder en had meer energie. Alleen leek het alsof ik zandkorrels in mijn ogen had en ik kreeg eczeem en rode bultjes die enorm jeukten. Ook mijn hartkloppingen namen toe.
Het zal de stress zijn, dacht ik.
Op 1 oktober was het dan echt afgelopen. Ik schreef me uit bij de Kamer van Koophandel. Dat was slikken. Ik had nog graag een paar jaar door willen gaan met mijn winkel. Tegelijk voelde ik opluchting. De laatste jaren waren zwaar geweest.
Ik kreeg een IOAZ uitkering. Omdat die te laag is om van rond te komen, vroeg ik bij de
gemeente een woonkostentoeslag aan. Voor huurders is er een huurtoeslag bij een ontoereikend inkomen, voor huiseigenaren is dat een woonkostentoeslag.
Ik liep in het bos, het regende en het was er donker.
De medewerkster van de Sociale Dienst belde. Ze zei tegen mij dat mijn woonkosten net iets te hoog waren. Ik kon tijdelijk een woonkostentoeslag krijgen maar ik moest wel mijn huis te koop zetten.
'Het is een beetje zuur,' zei ze, 'want het gaat in jouw geval slechts om een paar euro. Maar zo zijn de regels nu eenmaal. Omdat er nog steeds een kredietcrisis heerst, krijg je twee jaar de tijd om je huis te verkopen in plaats van een jaar.'
Het was alsof ik door de grond zakte.
Ik was net mijn zaak kwijt, niet gezond, en moest nu ook nog mijn huis verkopen?
Saillant detail: op internet las ik dat in een andere gemeente ambtenaren vanwege de crisis werd opgedragen terughoudend te zijn met het toepassen van die regel.
Met financiële hulp van derden werd dit voorkomen.
Op internet struinde ik nog wel eens rond op de site van Henk de Jong voor meer informatie over een B12 tekort. Ik las er ook dat gezichtsvelduitval een van de klachten kon zijn.
Mijn maatje zou toch niet ook …? Nee, dat leek me toch echt te toevallig.
Omdat ik zelf de B12 injecteerde zat ik niet meer vast aan de huisarts. Maar ik moest nog wel ampullen zien te krijgen wanneer zij ze niet voorschreef.
Dat probleem loste zich op toen bleek dat de orthomoleculaire geneeskundige zijn patiënten ook B12-injecties gaf. Omdat ik in staat was zelf te injecteren vond hij het geen probleem om mij de ampullen te verstrekken. Hij gebruikte hoog gedoseerde B12 en schamperde dat de reguliere geneeskunde veel te moeilijk deed over de B12. Je kunt niet overdoseren, zei hij, een teveel plas je gewoon uit.
Omdat hij een ander merk gebruikte dan de huisarts, werd de eerste injectie in zijn praktijk gegeven vanwege een klein risico op een anafylactische shock.
Ik had mijn B12 veilig gesteld. Nooit zou ik me weer zo ellendig hoeven te voelen.
Ik was er nog lang niet, maar nu zou alle goed komen, toch?
-o-o-o-o-o-o-o-o-
wordt vervolgd)