'Kan het niet sneller?'
De taxichauffeur haalt zijn schouders op.
'File, meneer.'
'Ik mag beslist niet te laat komen.'
Hij werpt een blik op me.
'Trouwerij?'
'Ik ben de bruidegom, ik mag echt niet te laat komen.'
'Ach, een beetje liefhebbende vrouw heeft daar alle begrip voor. En zo niet, geen bruiloft. Toch?'
'U begrijpt het niet.'
We schuiven drie meter op in de rij. Mijn hart bonst en zweet kriebelt onder mijn haar en mijn oksels, in mijn kruis. Ik trek mijn stropdas losser.
'Luister,' zeg ik, 'het zit zo …'
De chauffeur remt, ik schiet naar voren, hou me vast aan het dashboardkastje. Dat springt open, ik kan nog net het blauwe geval dat eruit rolt tegenhouden en klap het kastje vlug weer dicht.
'… mijn verloofde kon niet kiezen. Ze houdt van ons allebei, zei ze.'
'Er is nog een man in het spel?'
Ik hoor ongeloof in zijn stem.
'Ja.'
'Jeeezus.'
'Albert-Jan heet ie. Een glibberige gladjanus, ik snap niet wat ze …'
We schuiven weer een paar meter op.
'Met zo'n vrouw wil je toch niet trouwen? Serieus, zeg.'
'Ze is alles voor me,' ik dep mijn voorhoofd met mijn zakdoek, adem diep in en vervolg uitademend: 'en Sammy blijft bij haar en die Gerrit glibber als ik niet op tijd ben.'
'Die Albert-Jan bedoel je.'
Ik knik.
'En Sammy is jullie hond?'
'Zoon. Oké, het klinkt raar, is ook een heel verhaal, maar ik heb geen tijd te verliezen.'
'Goed, vertel me alles maar na afloop van jullie bruiloft.'
'Moet ik er eerst nog wel op tijd zien te komen.'
'Trek het dashboardkastje eens open.'
Ik morrel aan het kastje tot het deurtje openklapt.
'Pak dat ding eens.'
Hij wijst naar het blauwe geval, zwenkt de taxi naar rechts, de vluchtstrook op, en zet een sirene aan.
Verbijsterd overhandig ik hem het blauwe ding.
Hij drukt op een knop, het ding verandert in een knipperend blauw zwaailicht.
'Voor noodgevallen,' zegt hij, draait het raam open, schuift de lamp op het dak en geeft plankgas.