Dit schrift is van Liesje de Wit, 8 jaar.
Ze bladerde er doorheen en zag tekeningen van paddenstoelen en blaadjes. Mam was toen dus al een natuurliefhebber, 'een natuurliefhebber in de dop,' zou ze zelf hebben gezegd.
Uit het schrift viel een gedroogd blad, een kastanjeblad.
Janneke raapte het op van de vloer, de steel van het blad - of wat daarvan over was - draaide ze rond tussen haar duim en wijsvinger.
Er is niet veel van overgebleven mam. Alleen nog de nerven. Zoals er van jou ook niet zoveel is overgebleven, alleen nog de ─
Abrupt schoof ze het blad terug in het schrift. Op de volgende bladzijde zag ze de sporenafdruk van een paddenstoel. Mam had het haar later ook geleerd: de hoed van de paddenstoel eraf snijden en omkeren op een stuk papier. De geur van beschimmelde modder. Die geur rook ze ook bij het graf.
Dat pap al die jaren dat schrift van mam had bewaard. Voor haar? Of omdat hij altijd van mam was blijven houden? Er was niemand aan wie ze die vraag kon stellen.
Ze klemde het schrift onder haar arm en liep de trap af, de gang door.
Het leek alsof vroeger alles zoveel eenvoudiger was.
Alsof nu de verantwoordelijkheid voor de hele wereld op haar schouders lag.
Ze opende de voordeur, keek over haar schouder achterom, knikte en sloot af.
Dit verhaal is ook te lezen op Sweek.com: https://sweek.com/nl/read/10025/1102674648