Een van de gewapende mannen stak de sleutel in het slot en draaide hem om. De camera zoomde in op het hangslot. Achter de deur zaten de vrouwen en de kinderen die ze zojuist in de documentaire had gezien, opgesloten als beesten. Opgehokt, anno 2018.
Ze kneep hard in de leuningen van haar stoel, de knokkels van haar handen werden wit.
Ze had de blik herkend in de ogen van de vrouw die daarnet voor de camera haar verhaal had verteld. Onderweg had ze veel van dat soort blikken gezien, vastgelegd ook, met haar Nikon.
De aftiteling van het programma verscheen in beeld, ze sprong op, griste haar telefoon van het bijzettafeltje en toetste het nummer in van de documentairemaker die ze beroepshalve kende.
’Ik zag je programma, Noa. We moeten iets doen voor deze mensen,’ zei ze tegen hem, ’ik ga gebruik maken van mijn naamsbekendheid en ik heb een plan. Help je me?’
Ze plaatste een oproep op internet:
We gaan een reportage maken in Libië. Ga jij met ons mee? We hebben behoefte aan een tolk, mensen die zware spullen kunnen dragen, en vervoer ter plaatse - bij voorkeur een bus; onze apparatuur is zwaar en we nemen manshoge fotokisten mee.
Ben je geïnteresseerd, stuur dan een mail naar [email protected].
Cineast Noa Strijker & Fotografe Chantal Kleybrink
Ze kreeg veel reacties, ondanks dat ze naar een onveilig gebied zouden gaan waarvoor een sterk negatief reisadvies was uitgegeven.
Chantal koos de toekomstige teamleden zorgvuldig uit, sterke mannen en een vrouw met het hart op de juiste plaats zonder sentimenteel te zijn.
Noa nam hen mee op een proefreportage in Spanje. Zij nam ze mee naar een fotoshoot op Tenerife. Ze ontvouwde haar plan pas toen Noa en zij er allebei zeker van waren dat ze de mensen die ze om zich heen hadden verzameld, voor honderd procent konden vertrouwen.
Het ministerie zorgde voor toestemming om het detentiecentrum te bezoeken. Ze haalden inentingen, kregen cholerastempels en op verzoek van de regering lieten ze voor de zekerheid hun gegevens achter bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Op de dag van vertrek monteerden ze stevige wielen onder de fotokisten. Ze testten de dubbele bodems uit en plakten de luchtgaten af.
Onderweg waren ze stil, ernstig. Chantal voelde zich verantwoordelijk, ze twijfelde echter geen moment. Thuisblijven was geen optie. Opnieuw zag ze de beelden voor zich van de vrouwen en de kinderen die opgesloten zaten. Dag in, dag uit - in een warme, smerige ruimte, dicht opeen gepakt. En dan, zo stelde ze zich dat voor, werd er regelmatig een vrouw tussenuit gepikt, of misschien wel meerdere tegelijk. Smerige handen pakten haar vast, trokken haar de kleren uit, dwongen haar … of hen … tot Joost mag weten wat. Na afloop keerden ze dan terug in de groep, de ogen neergeslagen, de schouders gebogen. Ze hurkten, wiegden op de ballen van hun voeten.
’Chantal!’
Ze schrok op bij het horen van haar naam.
’We zijn er bijna. Sliep je?’
Ze schudde haar hoofd, slikte moeizaam, bevochtigde haar lippen met haar tong.
’Hier, neem een slok water,’ Noa hield haar een flesje spa voor, ’waar zat je helemaal met je gedachten?’
Met haar mond vol water schudde ze nogmaals haar hoofd, maakte een afwerend gebaar met haar hand.
’Zo te zien waren het geen leuke gedachten.’
’Nee,’ zei ze en ze vroeg zich af waarom ze destijds niet had meegedaan aan #MeToo. Was het schaamte? Zelfs nu nog, na al die jaren?
’Ik moet even naar het toilet.’
Ze ontweek zijn bezorgde blik en stond op.
Op het toilet keek ze in de spiegel, kneep kleur in haar wangen en stiftte haar lippen.
Hij had haar over een heg gegooid, alsof ze een lappenpop was. Ze lag op haar rug in het gras, hij klom bovenop haar. Eerst had ze gefluisterd. Dat ze verliefd op hem was maar dat ze dit niet wilde. Ze had hem aan zijn haren getrokken toen hij niet naar haar luisterde, hij hield niet op maar trok haar ook aan haar krullen, hard, pijnlijk. Ze wilde onder hem vandaan rollen, maar hij was sterker, hield haar polsen stevig vast aan weerzijden van haar hoofd. Ze verhief haar stem, hij had het geluid gesmoord door zijn mond op de hare te persen en zijn tong bij haar naar binnen te dringen. Dat was het moment waarop ze bang werd, dat ze besefte dat hij sterker was dan zij, en dat hij door zou zetten met wat hij van plan was.
Na afloop voelde ze alleen maar schaamte. Hij had zich van haar afgerold en was weggelopen. Ze had gehuild.
De luchthaven van Tripoli trilde in de zinderende hitte. Toch nog teveel kleren aangetrokken, dacht ze, toen ze binnen twee minuten nat was van zweet. Overal waar ze keek, stonden of liepen mannen met wapens. Even vroeg ze zich af waaraan ze begonnen was maar toen rechtte ze haar rug.
’Kom, jongens.’
Het busje stond op de afgesproken plaats. Ze laadden zwijgend hun spullen in. Vanaf nu werd het gevaarlijk.
Zonder calamiteiten arriveerden ze bij het detentiecentrum. De tolk sprak de bewakers aan. In eerste instantie gebeurde er niets maar na het uitwisselen van een flinke som geld mochten ze naar binnen. Chantal vermeed het de mannen aan te kijken. Haar ademhaling versnelde toen ze hen voorbijliep. Ondanks de aanwezigheid van de hele crew voelde ze zich niet veilig tussen al die bewapende zwetende mannen. Het stonk er naar urine en uitwerpselen; ze hield een arm voor haar neus.
De sleutel werd in het slot omgedraaid, de deur zwaaide open.
Een ontelbare hoeveelheid ogen keek naar haar op, naar haar en naar de mensen die haar omringden, blanke mensen.
Wat zou er in hen om gaan? Verwachtten ze nog iets van haar?
Noa haalde zijn cameraspullen tevoorschijn, filmde eerst rustig het vertrek en richtte daarna de camera op haar.
Ze vroeg de tolk om namens haar te spreken.
Waarom bleven die bewakers zo dicht bij hen staan? Hoeveel waren het er wel niet?
Was hun plan wel haalbaar? Had het geen verstrekkende gevolgen voor de achterblijvers? Meer dan tien meiden konden ze niet meenemen. De tolk fluisterde de vrouwen iets in hun oren. Zoals Chantal al verwacht had, viel er niets af te lezen van hun gezicht.
Ze handelden rustig maar kordaat. Een aantal vrouwen sloot zich aaneen, schuifelde voor hun tienerdochters, fluisterde hen iets in. Wat was het? Een belofte? Een geruststelling?
Een van de teamleden rolde met een stalen gezicht een fotokist wat verder het vertrek in, tot achter de vrouwen.
De vrouwen voorin het vertrek maakten lawaai, praatten door elkaar heen, trokken de aandacht naar zich toe.
Noa filmde ter afleiding vanuit de ene hoek, Chantal maakte foto's vanuit de andere hoek.
Twee sterke teamleden zorgen ervoor dat er een meisjes verdween in de fotokist.
Twee andere teamleden rolden een nieuwe fotokist naar binnen en reden, samen met de tolk de eerste kist naar buiten. Ze kwamen terug met een derde kist. Zo gingen ze door tot ze zeven meisjes naar buiten hadden gesmokkeld. Meer tijd was er niet.
Hoe ze het vertrek hadden verlaten en hoe lang ze er binnen waren geweest kon Chantal zich later nauwelijks nog herinneren. Alleen de hitte, de betraande zwarte ogen en de zweetlucht bleven haar bij.
In het busje maakten ze de luchtgaten open en ze reden meteen door naar het vliegveld. Daar bevrijdden ze de kinderen tijdelijk uit hun benarde positie. De tolk praatte met hen. Chantal wist niet zeker of ze alles wel begrepen. Hoe kon je een tienermeisje in zo korte tijd uitleggen dat ze zich in een kist moest verstoppen en daar in moest blijven tot ze er door vreemde mensen werd uit gehaald, dat ze in het vrachtruim van een vliegtuig werd vervoerd naar een vreemd land? Hoe?
Via de tolk maande ze de douaniers voorzichtig te zijn met de kostbare apparatuur en fotokisten. Pas toen het vliegtuig opsteeg ontspande ze iets. Helemaal gerust was ze pas toen ze op Schiphol waren geland, de fotokisten in een busje tilden en de zeven meisjes bevrijdden.
Nu kwam de laatste hobbel: asiel aanvragen voor zeven onschuldige tienermeisje.
Dit verhaal heb ik ook geplaatst op Sweek.com.
link: https://sweek.com/story/AgQLAAADZgABBwgJAwACAwtsCAA=
Vind je het leuk, dan kun je daar een 'like' (duimpje) geven op mijn verhaal. Je moet dan wel eerst even een account aanmaken bij Sweek.com. (Je kunt er gebruik maken van een pseudoniem, mocht je dat willen.)