Haar gedachten springen terug naar de dag waarop ze hier voor het eerst samen naartoe gingen. Als onwetende provinciaaltjes, al deed hij werelds. Ze had Jacky, pas tien weken oud, meegenomen.
Gedrieën liepen ze naar de ingang, waar met grote letters op de gevel stond: Honden verboden.
'Wat nu?' zei ze, 'ze kan niet in de auto blijven, het is bloedheet.'
Natuurlijk bood Jaap uitkomst. Zij leerde van hem - niet voor het eerst - dat regels er zijn om mensen te dienen en niet andersom.
'Stop haar in je boodschappentas,' zei hij.
Vol bravoure waren ze naar binnengegaan en Jacky gaf geen kik. Wel worstelde ze zich telkens omhoog in de tas. Zo onopvallend mogelijk stopte zij daar dan haar hand in en deed alsof ze erin zat te rommelen, iets zocht.
Ze voelt het zweet van toen weer langs haar rug naar beneden glijden.
De tweede verrassing kwam toen ze nergens een trap zagen. Die bleek niet aanwezig te zijn in het torenhoge gebouw. Er zat niets anders op dan in de lift te stappen.
Jacky mag niet voelen dat ik bang ben, dacht ze.
'Moet ik de tas vasthouden?' vroeg Jaap.
Nee, ze wilde zelf, trouwens, met Jaap erbij lukte alles.
Tranen prikken in haar ogen. Nu is zij degene die rijdt en vraagt of ze zíjn tas moet vasthouden. Hij kan nog veel sinds het infarct, maar toch.
Een man steekt dwars de parkeerplaats over, tussen Jaap en haar in. Hij duwt een transportkarretje voor zich uit met daarop een etalagepop, verpakt in doorzichtig plastic. De wieltjes piepen. Jaap kijkt achterom. Even keert de glans terug in zijn ogen, rimpeltjes verdiepen zich.
'Weet je nog?' zegt hij wanneer ze hem heeft ingehaald.
Hij herinnert het zich dus ook.
Ze duwt haar schouder tegen hem aan. Hij wrijft zijn bovenarm, quasi bezeerd.
De man van het karretje kijkt verbaasd.
'Hij denkt dat we niet goed wijs zijn,' zegt ze.
'Mooi zo laten,' zegt Jaap.
'Dat zei je toen ook.'
Ze ziet Jacky zich zo weer uit de tas omhoog wurmen, het gladde linoleum, de gespreide achterpoten, de enorme plas vlak voor de voeten van een paspop.
Niemand merkte iets. Ze had haar gauw weer in de tas getild.
Mooi zo laten. Ja, toen volgde ze zijn adviezen nog op.
Ze haakt haar arm in die van hem. Toch hebben we het nog steeds leuk samen, denkt ze.