"Dit is Ahmed," had Sanne vanmiddag bij binnenkomst gezegd. "Hij komt uit Syrië. Gevlucht. Vijf jaar geleden is hij in Nederland komen wonen."
Marja had zich langzaam naar hen omgedraaid,.
"Ik pak even mijn sportspullen, kunnen jullie kennismaken." Sanne had de deur naar de gang geopend. Marja ving nog net de wees-aardig- blik op van haar dochter.
Ze stonden onwennig tegenover elkaar, Ahmed en zij. Ze waren even groot. De warme blik uit zijn donkere ogen hypnotiseerde haar - ze kon zich niet bewegen, voelde de warmte van zijn lichaam. Hij stond onbetamelijk dichtbij, naar Hollandse begrippen. Met droge mond bedankte ze hem, kuchte, loste het vacuüm tussen hen op.
Sanne keek haar aan toen ze terugkeerde in de kamer, haakte losjes haar arm door die van Ahmed, slingerde de sporttas over haar schouder en zei: "Vanavond blijft hij eten, oké?"
Na haar knikje, vertrokken ze.
Ze schat hem tien jaar ouder dan Sanne, tien jaar jonger dan zij.
Of het oké was dat hij alleen kwam, hij keek zo uit naar het etentje - Sanne moest overwerken in de sportschool.