Yusuf hield een denkbeeldige mitrailleur vast.
'Ik schiet ze allemaal dood: pang, pang.' Hij maaide in het rond.
Ze wreef over zijn stekelige haar. Hij weerde haar af.
Arm oorlogskind.
Na afloop van de tocht grabbelden de kinderen naar snoep in een uitgeholde pompoen.
'Au!' riep het ene kind na het andere. Ze staken een bebloede hand omhoog.
Het snoep was vermengd met glasscherven.
Iedereen keek naar Yusuf, behalve Carmen. Zij zag de ontblootte witte tandjes van Yusuf's klasgenoot Saïd.
(99 woorden verhaal)