Nu nog Kitty ophalen van de crèche en dan een lekkere duik nemen in het zwembad achter hun huis. Ze verlangt naar een heerlijk glas koude Sangria met vers fruit, proeft de smaak, alleen al bij de gedachte eraan.
Zich uitrekkend overvalt haar een gevoel van onbehagen. Alsof ze iets is vergeten, iets belangrijks. Ze schudt haar hoofd, lacht om zichzelf. Heeft zij weer. Altijd het gevoel tekort te schieten, daar moet ze toch echt eens mee ophouden. Ze tilt haar haren op in haar nek, probeert op die manier nog iets af te koelen voordat ze haar kantoor verruilt voor de warmte buiten.
Het leer van de bureaustoel plakt aan haar bovenbenen en maakt een zuigend geluid wanneer ze opstaat. Even voelt het alsof haar huid aan de stoel is vast blijven zitten. Ze strijkt haar rokje recht, verruilt haar hakschoenen voor platte instappers, pakt haar tas en slentert het gebouw uit.
Opnieuw overvalt haar een onplezierig gevoel, haar nekharen gaan zelfs overeind staan, net als de haartjes op haar armen. Ze wrijft er overheen.
Het is toch háár dag om Kitty naar de opvang te brengen en weer op te halen? Ruurd had een vergadering, zei hij vanochtend aan de ontbijttafel. Zij heeft Kitty aangekleed, het trommeltje gevuld, haar in de auto gezet, is naar kantoor gereden, heeft de auto geparkeerd.
Ze vergeet iets, nee, ze ís iets vergeten.
De crèche, ze is de crèche vergeten. Ze kijkt naar haar auto die in de volle zon staat. Alle ramen zijn dicht.
Ze schreeuwt en rent met maaiende armen de parkeerplaats op.
'Kitty!'