Ina schuift haar bord in de vaatwasser en duwt met haar schouder kort tegen de lange benen van Peters kind.
"Ja, zucht maar, ik heb nog meer te doen vanavond."
Marja wipt van het aanrecht. "Het zal eens niet zo zijn!" En met een "Mam had wel altijd tijd," loopt ze, elke voet nadrukkelijk neerzettend, de keuken uit.
Ina haalt diep adem. Dat gaat weer een gezellige avond worden.
Een gemiste kans, kind. Dit was een aanrechtmoment. Weet je nog?
Ja mam, maar ik had een stille hoop. Met z'n drieën eten en dat het dit keer misschien wel plezierig zou worden.
Eerst belde Peter om te zeggen dat het wat later werd. Vervolgens appte Marja dat ze "van het aanbod af zag" en liever bij een vriendinnetje at, al beloofde ze wel meteen na het eten thuis te zullen komen. En dus was Ina in haar eentje blijven zitten met de warme prak.
Nou, dat "wat" van Peter is intussen "heel wat" geworden. Hij is er nog niet. Ina werpt een blik op de klok. Acht uur! Ze schept de afgekoelde aardappelen, de bietjes en het gehaktbrood in een bakje. Die kan Peter straks mooi in de magnetron zetten. Als hij tenminste niet ergens onderweg van die ongezonde troep gekocht heeft.
Ze spitst haar oren. Vreemd, normaal gesproken volgen op "mam had", slaande deuren, stampende voeten en luide muziek. Nu blijft het stil.
Nieuwsgierig, en ook een tikkeltje ongerust, opent ze de deur naar de zitkamer.
Haar ogen registreren gesloten gordijnen, brandende waxinelichtjes, kaarslicht en een kalme Marja, die met opgetrokken knieën op de bank zit.
De moeheid, die al weken op Inas schouders drukt, lijkt er van afgetild te worden en de woorden "ik hou van je" smelten in haar keel. Ze houdt ze binnen, slikt ze door.
Te vroeg kind. Daarvoor is het nog te vroeg.
Ik weet het, mam. Ik weet het.