Mijn meesteres bespeelt mij als geen ander. Ik volg haar bijna slaafs. Niet omdat wij dat zo hebben afgesproken. Het is meer dat de rollen op natuurlijke wijze zijn verdeeld. Tijdens het spelen, vloeien wij als vanzelf in elkaar over. Ik leer haar wel waar mijn grenzen liggen. Wanneer ze te ruw is, zoals nu, uit ik protestgeluiden. Zij bindt dan in en beroert mijn zwakke plekken zachter, meer beheerst.
Vandaag treden wij op in het symfonieorkest. Wij geven een concert. Voor het eerst. Naast en achter ons staan meer combinaties van instrument en mens. Met veel kabaal bespeelt een forse man de grote trom, achterin de orkestbak. De altviolen zwijgen nog, ik mag hen wel. De trompetten zijn mij te luidruchtig. De harp, met haar prachtige klanken, is mij daarentegen dierbaar. Maar kom, het orkest is begonnen. Wij vallen in. Mijn snaren trillen hevig zodra zij worden aangeraakt. O, wat een genot, die afstreek.
De ruimte voor ons is gevuld met mensen die naar ons kijken. De meeste hebben grijze haren en gerimpelde gezichten. Een enkeling sluit de ogen en wiegt mee op onze melodie. Tussen de wimpers glinstert vocht.
Nog even, dan legt mijn bespeelster mij terug in mijn kist, begint het eindeloze wachten weer. Een uur, een dag, een week?
En wat als ik te oud word om nog te bespelen? Lig ik dan voor eeuwig opgesloten in het donker? Helemaal alleen?
https://www.youtube.com/watch?v=v0xypy7JCF4