Op de plek waar stevige besluiten worden genomen plaatst de directie een explosief vat vol hormonen. Niet te geloven!
Terwijl de Saab zoevend zijn weg vindt naar restaurant 'Quatrebras', windt Jaap van Delden zich op.
Naast hem zit Jantina. Haar lange benen glanzen in nauwsluitende kousen en eindigen waar zwarte naaldhakken beginnen. Nog langer lijken ze, nu het rokje van haar donkerrode mantelpakje iets omhooggeschoven is tijdens het instappen.
Jaap haalt een hand van het stuur en legt die op haar bovenbeen. Meteen voelt hij reactie.
Hij vecht tegen zijn opwelling de auto aan de kant te zetten.
'Straks,' denkt hij hoopvol en haalt zijn hand weg. Even kijken ze elkaar aan, glimlachend.
'Wel, wel, Francien,' roept Jaap joviaal wanneer hij en Jantina het restaurant betreden, 'ze hebben de rode loper voor je uitgelegd zie ik.'
Hij voelt een kneepje in zijn onderarm. 'Hou je in,' betekent dat.
Geïrriteerd werpt hij een blik opzij, wendt zich weer naar Francien en plaatst drie zoenen in de lucht naast haar wangen.
Alleen dát al werkt in haar nadeel. Een kerel kun je op de schouder slaan en flink de hand schudden, weet je meteen van elkaar waar je aan toe bent.
Zo’n teer poppetje redt het niet. Ze komen er nog wel van terug.
Champagne! Toe maar!
Jaap worstelt zich een weg tussen collega’s door, Jantina losjes aan haar pols achter zich meetrekkend.
Wanneer ze bijna struikelt, steunt hij beschermend haar elleboog.
'De directie zal wel weten wat ze doet,' antwoordt hij afgemeten, wanneer iemand hem vraagt wat hij ervan vindt: Francien als zijn directe cheffin.
Zweet prikt onder zijn oksels.
'Jaap, kom eens hier.' Ze roept hem. Hij doet alsof hij haar niet hoort.
'Ik wil je aan iemand voorstellen.'
Hij blijft waar hij is en bromt in Jantina's oor: 'Ze doet verdomme alsof ik al bij haar in dienst ben. Ik vertik het hoor! Ik ben nu niet aan het werk. Wat doe ik eigenlijk op dit kutfeest ter ere van die omhooggewerkte trut.' Ze heeft hem gewoon gebruikt.
Jantina fluistert: 'Joh, ga nu maar. Je kunt er toch niets aan veranderen.'
Hij draait zich om naar Francien en roept: 'Kom maar naar mij toe, Francien, het is hier een stuk rustiger dan daar.'
Even valt het geroezemoes stil, alsof iedere aanwezige tegelijk de adem inhoudt.
Jaap ziet dat zijn collega’s zich heimelijk verheugen op wat mogelijk gaat gebeuren.
'Misschien is het daar nu nog rustig Jaap, maar wanneer ik mijn mond opendoe, betwijfel ik of dat zo blijft,' zegt Francien. De reactie van iemand die de touwtjes in handen heeft en zich daar ook van bewust is.
Jaap voelt een blos omhoog kruipen vanonder de knellende overhemd boord tot zijn kruin.
Met grote stappen beent hij naar haar toe.
Francien kan wat hem betreft naar de hel lopen maar Jantina wil hij niet kwijt.