'Hans de Jong. Een hele bekende weerman tot in de jaren ne-'
'Zegt me niks. En die heb je toen gebeld?'
'Ja, en ik bleek niet de enige, want -'
'Er hadden meer mensen gebeld? Naar die Hans de Jong? Ze zagen iets bewegen in de sterrenhemel, en ze dachten allemaal: hé UFO's, laten we de weerman bellen? De weerman, of all people.'
'Nu je het zo zegt, klinkt het wel een beetje raar, ja, maar je had het moeten zien, joh. Eerst dacht ik nog: "hé, een vliegtuig." Maar het zwaaide aldoor heen en weer. Ja, en toen ging ik toch rare dingen denken. En ik was niet de enige, hè ... Zit je me nu uit te lachen?'
Jochem kan soms zo denigrerend doen. Ik poets mijn tanden voor het slapengaan net iets steviger dan normaal. Zo raar was het toch niet dat iedereen dacht dat er buitenaardse wezens waren? Er wordt zelfs vanuit de wetenschap gesuggereerd dat er leven is op andere planeten. Nou dan.
Ik zet de wekker op zeven uur, ga liggen, in foetushouding maar dan met een arm onder het kussen, lekker warm onder mijn vierseizoenen dekbed.
De slaap wil niet komen. Ik sta op, schuif het gordijn een stukje opzij en kijk naar de sterren. De lucht is helder en er staat een bijna volle maan. Hier hou ik van, het is nu niet zo aardedonker. In de verte slaat de kerkklok, twaalf slagen.
Ik pak mijn boek van het nachtkastje, knip de leeslamp aan, kruip weer onder de deken en ga liggen lezen.
Een lichtbundel glijdt over het dekbed. Ik wrijf in mijn ogen. Te ingespannen gelezen zeker. Opnieuw glijdt er licht door de kamer. Jochem zal toch geen grap met me uithalen? Hij is er wel toe in staat.
'Kijk eens in de spiegel.' De blikkerige stem klinkt zo dwingend dat ik onmiddellijk het dekbed terug sla, in mijn slippers schiet en naar de badkamer loop.
Ik doe het licht aan, kijk in de spiegel en zie ... helemaal niets. Geen spiegelbeeld, geen weerspiegeling. Alles is zwart. What the ...! Ik knip het licht uit en weer aan, maar alles blijft zwart. Ik word gek. Denk na, Wil: een lichtbundel, een robotstem, een zwarte spiegel. Wat betekent dat? Aliens. Ik giechel.
Maar ... een zwarte spiegel, dat had toch iets met vampiers te maken? Ik krijg het koud, loop terug naar de slaapkamer en kruip opnieuw onder de dekens, waar ik rillend wakker word van de reclamespot uit mijn wekkerradio: 'Kijk eens wat vaker in de spiegel van de kapper.'