Vroeger keek ze ieder jaar toe hoe de echte Poaskearls, allemaal jonge ongetrouwde mannen, op tweede paasdag hier op een rij hun rondje om de kerk liepen. Tot ze op een dag Hendrik tussen de toeschouwers ontwaarde, haar vroegere klasgenoot. Ze glimlachte bij de herinnering.
Praten was onmogelijk, daarom wees ze naar een bankje en gebaarde dat ze daar wel op konden gaan zitten.
Hendrik gebaarde terug dat hij dat een goed idee vond. Toen ze zaten strekte hij zijn arm en beschreef een grote cirkel met zijn wijsvinger gericht op de straat.
Ze knikte. Ja, hier hadden ze de ruimte.
Vragend hield hij de rode tas omhoog en ze knikte opnieuw. Ga je gang.
Hij zette de tas tussen hen in op het bankje, ritste hem open en haalde er een woord uit. Het woord was gemaakt van hout, niet te klein en niet te groot.
Hij bukte zich en legde het woord op de grond. Daarop pakte Jantina een woord uit de tas en ook zij bukte zich om het woord op de grond te leggen.
Toen alle woorden uit de tas op de grond lagen uitgestald, gebaarde Hendrik: 'Jij eerst.'
Jantine stond op en koos de woorden: 'waar, slapen, we, vannacht.'
Hendrik wreef in zijn handen en legde de volgende woorden neer: 'niet, thuis'
'Waar, dan, wel,' schoof Jantina eronder.
Hendrik keek haar even aan, er verscheen een ondeugende blik in zijn ogen.
'Buiten,' legde hij neer.
'Je, houdt, me, voor, de, gek'
'Ik, heb, een, tent, in, de, auto,' hij hield zijn hoofd een beetje schuin.
'Camping,' gokte Jantine.
Hij knikte.
Ze lachte.
Veel mensen hadden met hen te doen, wist ze, omdat ze niet met elkaar konden praten. Maar communiceren draaide om zoveel meer. En Hendrik verstond de kunst haar te verrassen, zoals nu. Of zoals die keer dat hij thuiskwam met de woorden, door hem uitgezaagd en bijgeschaafd. Voor hem was het huwelijk niet iets vanzelfsprekends.
Ze raapten de woorden op en stopten ze terug in de rode tas.
Hand in hand liepen ze naar de auto. Hendrik opende de achterklep en liet Jantine de tent zien. Naast de tent lag een sporttas, waarin ze hun kleren vermoedde. Hij had alles al voorbereid. Ze voelde zich warm worden, draaide zich naar hem toe, nam zijn hoofd tussen haar handen en zoende hem. Hij glunderde. Ze deed de klep van de auto dicht, stapte in en schoof zo dicht mogelijk naast hem. De Poaskearls hadden opnieuw het nakijken.