We liggen al een paar maanden in de kast in dit huis, dat is langer dan gemiddeld.
Ik krijg langzamerhand de zenuwen van die Berend met zijn zware stap. Hij is de man in huis en loopt als een olifant. De hele vloer dreunt en het bestek rammelt in de laden wanneer hij langs banjert. Het doosje waarin wij liggen, verschuift regelmatig tot gevaarlijk dicht bij de rand van de plank waarop het staat, waarop WIJ staan. Tenminste, zo voelt het; straks vallen we er nog van af. Dat lijkt mijn onderste zusje leuk. 'Gaan we vliegen,' zegt ze.
De vrouw des huizes, Mechteld, is net een muis met 'r piepstem. Ze is wel een beetje dik, de snoeper. Ik zag het toen ze vorige week het doosje opende en mijn broertje van mij aftrok.
Ja, mijn broertje is opgegeten door die mensen. Maar we hebben nog contact, spiritueel.
Mensen denken dat dingen geen gevoel hebben, waardeloos zijn, maar mijn schrijfster zegt: 'geld maakt mensen waardeloos.' Dat is dus de omgekeerde wereld.
Ik moest daar even over nadenken maar ze heeft gelijk. Ik kan verhalen vertellen over de combinatie van mensen en geld, die wil niemand kennen.
Zoals ik al zei, wij stroopwafels houden ook na ons stoffelijk verdwijnen contact met elkaar. Ik weet veel, te veel voor een stroopwafel denk ik soms.
Ik weet ook dat het vandaag mijn beurt is om opgegeten te worden.
Mechteld komt er aan ...