Het kan ook zijn dat een moeder haar auto hier neerzette. Ze geeft haar zoon - of dochter - een fruithapje op een plastic bord, probeert de smurrie op het vorkje te krijgen. Hapje voor mama, hapje voor papa, hapje voor oma, hapje voor -. Het kind zou zomaar eens geen opa kunnen hebben. Mama pakt een papieren servet, snuit haar neus, pakt de spullen in het papier. Ze wil het opbergen in haar shopper maar het kind huilt en de smartphone tingelt en het vorkje valt uit het servet, op de grond, ongezien.
Of Taxi Moll parkeerde hier de rolstoeltaxi. Een gezette oudere dame wordt uit de auto gereden. De chauffeur vraagt aan haar begeleidster of mevrouw haar frikandel eerst nog wil opeten, voordat ze het bos ingaan. Mensen in rolstoelen kunnen gewoon zelf een gesprek voeren, hoor! Ze propt de frikandel in haar mond, rijdt weg. Het ongebruikte vorkje valt ongezien op de grond.
Ik open de deur, Mozart springt uit de auto, vlak naast het vorkje. De zon schijnt, het is halfbewolkt. Het vorkje laat ik achter voor iemand met een groter schuldgevoel.